De Twentekanalen zijn van groot logistiek belang voor de scheepvaart van en naar de havens van Almelo, Hengelo en Enschede. Omdat het vervoer over water in deze regio de komende jaren toe gaat nemen, is het noodzakelijk om de Twentekanalen te verruimen.
Voor, tijdens en na de werkzaamheden wordt in het projectgebied het grondwater nauwgezet gemonitord. Sleutelfunctionarissen Xander Tekelenburg (Tauw in opdracht van Rijkswaterstaat) en Wilco Klutman (Arcadis) vertellen waarom.
Tekelenburg: ‘In opdracht van Rijkswaterstaat worden de Twentekanalen van Delden naar Almelo en van Delden tot Enschede over een totale lengte van zo’n 35 kilometer overal verdiept en op sommige plekken ook verbreed. Het kanaal an sich wordt, op enkele locaties na, niet breder. Binnen de damwanden zit nu nog een smalle ondiepe vaargeul en deze wordt verbreed tot, zeg maar, een tweebaansweg.'
'Nu varen schepen met halve ladingen omdat ze anders te diep liggen. Straks gaat het allemaal efficiënter en veiliger omdat ze meer kunnen vervoeren en elkaar kunnen passeren. Tijdens de werkzaamheden aan de Twentekanalen kan er grondwateroverlast optreden. Door het wegbaggeren van de sliblaag bestaat de kans dat de afdichtende werking wordt aangetast.’
‘In het voortraject hebben we bedacht hoe we dit kunnen oplossen, hoe gaan we het grondwater beheersen en welke technische mogelijkheden zijn er. Uiteindelijk hebben we een oplossing bedacht waarbij een nieuwe afdichtende laag op de bodem van de Twentekanalen wordt aangebracht. Om te toetsen of de oplossing werkt is een uitgebreid meetnet van belang. Zo kun je controleren of de gewenste oplossing werkt en kun je op tijd bijsturen als dat nodig blijkt te zijn.’
Een jaar of 10 geleden is er onderhoud uitgevoerd aan de Twentekanalen waaruit overlast ontstond voor omwonenden. Klutman: ‘Naar aanleiding daarvan is er in de jaren erna al een meetnet van zo’n 100 peilbuizen gerealiseerd. Deze peilbuizen, voorzien van een Diver (drukopnemer), werden jaarlijks 4 maal uitgelezen.'
'Voor het huidige project kwamen we al snel tot de conclusie dat er meer meetpunten moesten komen en we gebruik moesten maken van telemetrie. Er staan nu 254 peilbuizen in woonwijken, agrarische gebieden maar ook dichtbij het kanaal, sommige in een raailijn, andere peilbuizen vlak langs het kanaal (in hetzelfde watervoerende pakket waar het kanaal in ligt) om zo snel mogelijk reacties van de grondwaterstanden te kunnen meten als gevolg van de werkzaamheden.’
Een goed meetnet is van belang om te toetsen of de oplossing werkt en tijdig en gecontroleerd bijsturen mogelijk te maken.
Tekelenburg: ‘Het hebben van voldoende meetpunten en voldoende data is van groot belang. Daarom worden de peilbuizen minstens één hydrologisch jaar gemeten om een goede nulsituatie te verkrijgen voordat de werkzaamheden in 2021 starten.’ Klutman: ‘De peilbuizen zijn nu dus, naast een Diver, ook uitgerust met een modem die de grondwaterdata naar de Web Portal verstuurt.'
'De noodzaak voor goede kwaliteit van de data is nu ook veel groter. De mensen die zich straks gaan bezighouden met grondwaterbeheersing hebben een goede referentie nodig. Er moet straks mogelijk geacteerd gaan worden op alarmen. Dat wil je ook alleen doen als een alarm relevant is. Daarom moeten we alle meetpunten nu goed leren kennen en dus alarmen leren lezen. Zo hebben we nu al eens een fluctuatiealarm gekregen bij een peilbuis, maar het bleek dat deze vlakbij een beregeningsput stond.'
'De grondwaterdata gaan ook nog door de validatietool. Als er iets gemeten wordt dat technisch niet kan, horen we dat meteen. Daarnaast voeren we ook nog incidenteel handmetingen uit. Twee keer per jaar rapporteren we uitgebreid aan Rijkswaterstaat en bekijken we of het meetnet aan de kwaliteitswensen voldoet.’
‘Van de in totaal 254 meetpunten zijn er 4 als oppervlaktewatermeetpunt ingericht. Deze zitten in naastgelegen plassen, een oude zandwinning en in het kanaal zelf. Hier zitten ook alarmfuncties op en het was al een aantal keer schrikken. Oppervlaktewater fluctueert niet zo snel, net als grondwater. Dus als het meer dan 10 cm in het uur verandert dan is er iets bijzonders aan de hand. We hebben nu een paar keer gehad dat er net gemeten werd als er schepen voorbij kwamen.'
'Dan hadden we net de onderkant of bovenkant van de golf te pakken en meet je dus echt verschillen. Ook in temperatuur trouwens. Een schip haalt eigenlijk het koude water van de bodem naar boven toe. Dus waar het kanaalwater normaal 17 à 18 graden was, werd er, na het passeren van een schip, slechts 9 graden gemeten. Deze opgedane informatie helpt ons uiteindelijk ook weer in de validatie van de oppervlaktewater gegevens.’
Tekelenburg: ‘We werken heel goed met elkaar samen in dit project. Royal Eijkelkamp verzamelt betrouwbare grondwaterdata, Arcadis levert het op tijd aan en Tauw zet de data om naar relevante informatie. Daarbij kijken we continu hoe we de Web Portal het beste voor ons kunnen laten werken. Met één druk op de knop wil je heldere overzichten en duidelijke rapportages, zodat je vooral bezig kan zijn met interpretatie, analyse en advies. Hierin neemt Royal Eijkelkamp ons goed mee. Straks moeten de data ook in de Basisregistratie Ondergrond (BRO) komen en er komt misschien een openbaar portaal voor omwonenden. Welke data wil je dan vrijgeven? Hoe snel? Eerst valideren? Over deze vragen denken we nu al samen na.’
Klutman: ‘In de periode van het plaatsen van de peilbuizen werd er eveneens daadkrachtig samengewerkt met Royal Eijkelkamp en milieukundig veldwerkbureau VCMI. De medewerkers hebben verstand van zaken en veel ervaring met het plaatsen van goede peilbuizen. Daarnaast zijn ze ontzettend pragmatisch want hoe goed je het ook altijd voorbereid, je krijgt altijd te maken met onvoorziene situaties. Maar dat kregen we dan achteraf te horen. Dat is een groot voordeel dat je met twee grote partijen samenwerkt die slagkracht hebben. Medewerkers zijn ingelezen en weten wat de projectvoorwaarden en eisen zijn. De onderlinge afstemming ging echt fantastisch.’
Hulp nodig bij uw bodem of water project? Onze specialist Erik helpt u graag verder